Maria van Everdingen maakte dit beeld in 1966 in opdracht van drie medische instellingen in Leeuwarden. Het toont een bronzen meisje dat touwtje springt, oprijzend uit een koperen druppelvorm op een granieten voet. Het beeld symboliseert de strijd tegen ziekte: de druppel staat voor lichaamsmateriaal, het meisje voor het bevrijde leven. Oorspronkelijk geplaatst bij de hoofdingang van het laboratorium aan de Jelsumerstraat, staat het beeld nu bij de personeelsingang en is eigendom van Certe, de rechtsopvolger van de opdrachtgevers.
Maria Johanna van Everdingen (De Bilt, 1913 – Scharnegoutum, 1985) studeerde vrije grafiek aan de Rijksakademie in Amsterdam en vervolgde haar opleiding beeldhouwen aan de Frauenakademie in Wenen. Na de annexatie van Oostenrijk in 1938 keerde ze terug naar Nederland, waar ze tijdens de oorlog actief was in het kunstenaarsverzet van Gerrit Jan van der Veen.
Na de oorlog studeerde ze in Stockholm en woonde vervolgens tien jaar in Wenen. In 1958 keerde ze terug naar Nederland, vestigde zich in Bergen (NH) en verhuisde in 1965 naar Friesland. Haar laatste jaren bracht ze door in Loënga bij Scharnegoutum.