Burgerschapsonderwijs: voor velen een ingewikkeld woord en voor scholen een zoveelste vereiste vanuit het OCW waar ze ook nog iets mee ‘moeten’ doen. Volgens onderwijsadviseur en schoolbegeleider Maartje Reitsma kan het ook anders. Zij nodigt leerkrachten en scholen uit om op een andere manier naar burgerschapsonderwijs te kijken en het juist in te zetten om meer kunst en cultuur de klas in te brengen. Ze vertelde erover en ging er met deelnemers mee aan de slag tijdens het Onderwijscafé 2024.
Wat burgerschap dan precies is, is juist de vraag die Maartje ook altijd stelt als ze bij scholen langsgaat om hen ermee op weg te helpen. “Het is zo’n gecompliceerd woord. Als ik de vraag stel, beginnen ze vaak direct over het burgerschapsonderwijs. Maar dat is mijn vraag niet. Ik wil graag dat mensen nadenken over wat het voor hén betekent, zonder dat daar een wet aan vasthangt. Door die lading eraf te halen en terug te gaan naar de kern, verandert het moeten vaak als vanzelf in een willen,” vertelt Maartje enthousiast.
Visie op burgerschap
Maartje werkt al meer dan tien jaar vanuit haar eigen bedrijf, Vanuit de bedoeling, als onderwijsadviseur en helpt scholen met hun vraagstukken rondom burgerschap. Haar visie op burgerschap is voor haar heel helder. Vijf jaar geleden werd ze gevraagd om ambassadeur te worden voor het project Burgerschap op de basisschool (dit is inmiddels overgegaan in het Expertisecentrum Burgerschap red.). “Ik heb er heel lang over nagedacht of ik het zou doen. Ik vind burgerschap een ingewikkeld woord en ik ben er bang voor dat het een soort malletje wordt waar iedereen doorheen wordt gepropt en er aan de andere kant precies hetzelfde uitkomt.” Ze deelde haar zorgen en hoe ze graag naar burgerschap zou willen kijken. “Als je nu op deze wereld geboren wordt, dan is dat ongelofelijk complex. Er zijn zoveel vraagstukken waar je je mee uiteen te zetten hebt. Ik vind het belangrijk dat wij er met elkaar over nadenken hoe je kinderen meeneemt naar volwassenheid en hen helpt onderdeel van deze wereld te zijn. Om er iets aan toe te voegen en om jezelf erin te voegen. Dat is een heel brede ontwikkelingsvraag.”
Burgerschap op school
Voor scholen voelt het onderwerp burgerschap als iets waar ze ook nog iets mee moeten. Aan Maartje de uitdaging om de weerstand en lading die er vaak op zitten, af te halen. Dat doet ze door terug te gaan naar de basis en te vragen naar hun eigen kijk op de wereld. “Wat vind je belangrijk voor de ontwikkeling van kinderen en waarom doe je de dingen zoals je ze doet. Als je dat soort gesprekken voert, komen mensen vaak weer bij het moment dat ze voor het onderwijs gekozen hebben. Dan kan ik ze laten zien dat burgerschap hele mooie handvatten geeft om juist daar mee bezig te zijn! Dan wordt het moeten ook een willen en heb je een heel andere situatie.”
Vanuit de inspectie wordt vaak naar de samenhang in het burgerschapsonderwijs gevraagd, evenals dat het meetbaar moet zijn. Hierin helpt Maartje scholen ordenen. “Dat begint iedere keer met de vraag, wat wil je je kinderen bijbrengen en leren? Als dat helder is, komt de vraag, hoe doen we dat dan? Het is vaak heel activiteitengericht en daar is niets mis mee, maar wat wil je ze daarin dan meegeven.”
Voor scholen is het soms pijnlijk om antwoord te geven op die vragen. Zo is pannenkoeken bakken in het bejaardentehuis om de hoek erg leuk en gezellig, maar er kan zoveel meer betekenis aan gegeven worden. “Als er bewust en doelmatig over nagedacht is, dan evalueer je ook op een heel ander niveau. Er zit meer diepgang in.” Daar komt vanuit de wet bij dat je de ontwikkeling van kinderen moet monitoren. Door scholen wordt dit al snel vertaald als zijnde meetbaar. “Scholen worstelen ermee en begrijpelijk, want de inspectie is er zelf ook niet eenduidig over. Je kan wél zeggen, als we dit willen bereiken, waar zien we dan aan dat dat ook bereikt wordt. En als het niet lukt, wat zegt het dan over ons onderwijs en hoe kunnen we het dan anders doen. Je kan op heel veel verschillende manieren data verzamelen, met observaties en reflecties bijvoorbeeld,” legt Maartje uit.
Concrete voorbeelden zijn niet zo makkelijk te geven. “Het burgerschapsonderwijs is geen nationaal curriculum. Het gaat heel erg om wie jij bent als school, hoe je kijkt naar de samenleving en wat je als school belangrijk vindt. Wie zijn je leerlingen en met welke vraagstukken komen ze binnen. Het vraagt erom het heel specifiek te maken, de kinderen onder de loep te nemen en met elkaar de verdieping op te zoeken.”
Onderwijscafè over burgerschap met docenten en onderwijskundigen uit het po, vo, mbo en hbo.
Ik, wij, de wereld: burgerschap als brug naar kunst en cultuur
Maartje is er groot voorstander van kunst- en cultuureducatie te verbinden met burgerschapsonderwijs. “Kunst leent zich perfect voor burgerschap en vice versa!” vertelt ze enthousiast. “Als je het hebt over burgerschap en hoe verhoud ik mij tot die wereld; dat zit eigenlijk altijd in kunst. Het gaat altijd over iets wat je wilt communiceren met de buitenwereld: emoties, jouw visie, wie je bent, hoe je samenleeft met anderen. Al dat soort elementen zitten constant in kunst en cultuur. Dus grijp dat burgerschap maar aan om kunst meer voor het voetlicht te brengen, juist omdat het zo’n mooie combinatie is!” Hoe je die koppeling maakt, is volgens Maartje heel eenvoudig. “Kunst doet zoveel. Als je dat verbindt aan de doelen die je in burgerschap wilt bereiken – het gesprek aangaan, in dialoog zijn, in protest kunnen zijn – ben je er al. Het is zo heel logisch dat kunst en burgerschap samengaan.”
Volgens Maartje sluit burgerschap naadloos aan bij de visie van Keunstwurk op cultuureducatie: door een open en onderzoekende houding verkennen we onszelf, de wereld en hoe we met elkaar omgaan. “Vanuit de wet kunnen we hier nog aan toevoegen dat we vanuit democratische waarden handelen. Dat we waarborgen dat ieders stem gehoord wordt en iedereen ertoe doet,” vult ze aan.
Zo is burgerschap niet meer iets dat ook nog moet, maar juist een prachtig middel om met elkaar te verbinden en creatief aan de slag te gaan. “Ik gun de wereld gewoon meer kunst!” eindigt Maartje enthousiast. “Vanuit de kunsternaarsmindset in de wereld staan, wat zou dat fantastisch zijn. Die nieuwsgierigheid, als je op die manier in het leven staat, daar wordt de wereld veel positiever van, vreedzamer en verdraagzamer. En juist in de kleine dingen kan je het goede voorbeeld geven en het verschil maken!”
Tekst: Anne van Lieshout
Fotografie: Lucas Kemper