Maria van Everdingen maakte dit beeld in overleg met bewoners van Noordwolde, in opdracht van de gemeente Weststellingwerf. Het stelt een fluitende rietvlechter voor die zijn mandwerk en mattenkloppers verkoopt – daarom ook wel “de venter” genoemd. Het beeld is gehouwen uit Franse kalksteen (vaurion), 185 cm hoog, en kwam in 1973 tot stand met steun uit het fonds dorpsverfraaiing. Het staat op een historische plek tegenover de voormalige rotanindustrie van firma Groen, waar ooit een vaart lag.
Maria Johanna van Everdingen (De Bilt, 1913 – Scharnegoutum, 1985) studeerde vrije grafiek aan de Rijksakademie in Amsterdam en vervolgde haar opleiding beeldhouwen aan de Frauenakademie in Wenen. Na de annexatie van Oostenrijk in 1938 keerde ze terug naar Nederland, waar ze tijdens de oorlog actief was in het kunstenaarsverzet van Gerrit Jan van der Veen.
Na de oorlog studeerde ze in Stockholm en woonde vervolgens tien jaar in Wenen. In 1958 keerde ze terug naar Nederland, vestigde zich in Bergen (NH) en verhuisde in 1965 naar Friesland. Haar laatste jaren bracht ze door in Loënga bij Scharnegoutum.