In 1165 werd het eerste Cisterciënzer klooster in Nederland, Klaarkamp of Claer Campus genaamd, gesticht. Het klooster bood onderdak aan ongeveer 500 monniken. Na de reformatie in de jaren rond 1580 werd het eigendom van het klooster overgedragen aan de Staten van Friesland. Langzaam raakte het complex in verval en uiteindelijk werd het volledig afgebroken.
Een opmerkelijk element van het voormalige klooster is een enorme zwerfkei van 10 ton, gevonden in de nabije omgeving. Deze kei rust op kloostermoppen, vermoedelijk afkomstig van het originele klooster.
De kei draagt een Latijnse inscriptie: “Terar Dum Prosum”, wat vertaald kan worden als “Ik mag vergaan zolang ik maar nuttig ben.” Deze tekst is eveneens op de steen gegraveerd.
De onthulling van de steen vond plaats op 15 oktober 1971, waarmee het een tastbaar eerbetoon werd aan het rijke verleden van Klaarkamp/Claer Campus.