29 maart 2022

Jongerentheaterdag 2022

Jongeren Theater Blog

Tekst: Marit de Weerd
Fotografie: Lucas Kemper.

Op zondag 27 februari organiseerde Keunstwurk in samenwerking met Tryater, Jeugdtheaterschool Meeuw en Iepen DoEK de Jongerentheaterdag. De doelstelling was om een ‘boost’ te geven aan het jeugdtheaterveld in Friesland en jongeren die theatermaken elkaar te laten ontmoeten.

Bij binnenkomst van het Tryatergebouw klinkt er een gezellig geroezemoes: 34 jongeren tussen de 13 en 23 jaar hebben zich verzameld in de foyer en wachten vol spanning af wat de dag hen zal brengen. De avond hiervoor hebben ze met zijn allen de voorstelling No Guts No Glory bezocht van Jeugdtheaterschool Meeuw. Vandaag zullen zelf aan de slag gaan in twee voor hun geselecteerde workshops.

De workshops worden gegeven door theatermakers met elk hun eigen expertise: Laila el Bazi (fysiek spel), Hali Neto (fysiek spel/mime), Theo Smedes (teksttoneel), Jeek ten Velden (stil spel/muziek) en Sarah van der Meere (maskertheater)

Wendy Viel verzorgt ‘s middags een inspiratieprogramma voor regisseurs. Ook zij hadden ter inspiratie de voorstelling van Meeuw gekeken. Het onderwerp van de workshop is: hoe werk je met jongeren zonder script? En hoe maak je materiaal vanuit een thema? Ook ensemble spel komt aan de orde.

De workshop teksttoneel van Theo Smedes wordt gegeven op de zolder van Tryater. Een tikkeltje verlegen nemen de jongeren plaats aan de tafel die bezaaid is met toneelscripts. Ze komen van diverse toneelverenigingen in Friesland, in deze groep uit: Workum, Veenwouden, Cornjum. Na een voorstelrondje mogen de jongeren een pagina uit een script kiezen, wat vervolgens wordt geanalyseerd aan de hand van de vijf W’s: Wie, wat, waar, wanneer, waarom. Daarna gaan de deelnemers de vloer op om een scène bij de bakker te spelen. Ze gebruiken dezelfde tekst, maar krijgen steeds een andere emotie of intentie van Smedes, waardoor de scène steeds weer compleet anders is.

“Wees aanwezig in het nu!”

Heel anders gaat het er aan toe tijdens de mime workshop van Hali Neto. Hier wordt minder met tekst maar vooral met het lichaam gecommuniceerd. Zo moet één van de deelnemers vertellen dat hij op vakantie zijn ware liefde heeft ontmoet, maar mag hij alleen de woorden ‘water’ en ‘vuur’ en zijn lichaamstaal gebruiken. In een andere oefening leert Neto de jongeren hoe zij op een veilige manier op de grond kunnen vallen. Daarna volgt een improvisatieoefening waarbij de spelers elkaar moet opvangen. ‘Wees aanwezig in het nu!’ herhaalt Neto geregeld, want dat is één van de belangrijkste principes van mime.

Tijdens een welverdiende middagpauze met broodjes geitenkaas en sûkerbôle klinken er enthousiaste geluiden over de workshops. ‘Ik vind het erg leuk en interessant.’ aldus Eva.

Ook de inspiratiemiddag voor regisseurs werd positief ontvangen, de regisseurs hadden deze middag echt even nodig om weer vol inspiratie en energie los te gaan, na corona.

Het is mooi om te zien dat de jongeren, die ‘s ochtends nog erg verlegen waren, nu al een stuk losser zijn en dat over en weer gesprekken over theater gevoerd worden. Het doel om verbinding te leggen tussen de jongeren lijkt zo zeker te slagen.

Na de lunch start het tweede onderdeel van het programma: het maken van een korte presentatie met een aantal verplichte ingrediënten. De volgende zaken moeten in de presentatie voorkomen: een grote rode knop, een piccolo en de zin: “Maar daarom had ik jou dus niet uitgenodigd.”

Theatermaker Sarah van der Meere gaat eerst een rondje brainstormen met de jongeren. Die hebben genoeg inspiratie. Piccolo moet een dikke Italiaan worden die steeds van alles verkeerd doet. Al snel pakt van der Meere haar maskers erbij: ‘Welk masker vinden jullie bij het personage piccolo passen?’ De keuze is vlot gemaakt en van der Meere geeft de groep de opdracht om een Italiaans balletgezelschap te spelen waarbij één danser steeds allerlei fouten maakt.

Na twee uur repeteren druppelen de eerste ouders binnen om de presentaties te bekijken. De scènes die gespeeld worden zijn totaal verschillend. Zo is er een moordscène in een lift; een horrorscène; een stukje mime waarbij het drukken op de rode knop zorgt dat de spelers in standbeelden veranderen; een scène met een masker choreografie en een dansscène waarbij er deels wordt geïmproviseerd. Spelers en makers kunnen tevreden zijn met dit verrassende resultaat. En het is dan ook terecht dat de organisatoren Eline de Vries en Jannie van der Veen de hoop uitspreken dat dit ‘het begin is van een jaarlijkse traditie’.