Meer kunst en cultuur in de klas: veel scholen willen wel, maar weten niet altijd hoe dit vorm te geven. Daar heeft Keunstwurk iets moois op bedacht: een meimakker op school! Samen met een cultuurverbinder wordt er gekeken naar wat er speelt op school en welke vraagstukken er vanuit het lerarenteam zijn. Vervolgens loopt een meimakker – vaak een kunstvakdocent – mee en zoekt haakjes binnen het onderwijs om kunst en cultuur aan te verbinden. De meimakker geeft gerichte antwoorden en hands-on tools om anders naar kunst en cultuur te kijken en er in de klas mee aan de slag te gaan. Hoe dat er in de praktijk uitziet, is voor elke school weer anders. Maar dat het leraren deskundiger maakt en leerlingen enthousiast, is een ding dat zeker is!
Meimakker Anna Bouman ging op de IKC Sint Radbodus in Dronrijp aan de slag. Hier lag de wens om kunst en cultuur meer te integreren in hun al bestaande programma’s. “Op onze school kwamen er eigenlijk twee behoeftes samen, waar dit project perfect inpaste,” legt directeur Erika Walda (foto) uit. “Vanuit onze visie streven we naar verbinding met de wereld om ons heen. We willen hier de basis leggen kinderen op hun eigen manier naar de wereld te laten kijken en daar hun eigen unieke bijdrage aan te leveren.” Leerkracht van groep 6/7, Wouter van Lochem, vult aan: “en vanuit het lerarenteam kwam de wens om dit jaar de atelierdagen (creatieve vorming) meer invulling te geven. We werken altijd vanuit een specifiek wereldoriëntatiethema en hier kunst- en cultuureducatie aan toevoegen, geeft dit meer diepgang en betekenis.”
Meer dan knutselwerkjes
Anna gaf een training procesmatig werken. Gezamenlijk werd gesproken over hoe je de lessen zo vormgeeft, dat je ook daadwerkelijk tot ander onderwijs komt. “Om tot betekenisvoller onderwijs te komen, wil je graag van de gestandaardiseerde knutselwerkjes afstappen en de kinderen juist uitnodigen en de ruimte geven om er hun eigenheid in te leggen,” vertelt Anna. Het vraagt een andere manier van kijken en voorbereiden. Juist door verder te kijken dan je eerste antwoord en door te vragen, kom je tot verdiepend en creatiever onderwijs. Ze gaf de leerkrachten een vierstappenplan mee – oriënteren, samen onderzoeken, uitvoeren en presenteren – om hun atelierlessen aan op te hangen.
Het was voor sommige collega’s een uitdaging. Het vraagt namelijk meer in de voorbereiding, bovenop alle andere zaken die al van ze gevraagd wordt. “Het is heel waardevol dat ze voor deze opzet hebben gekozen. Juist door het als team samen te doen, brengt ieder zijn eigen visie in en ben je rijker in het bedenken van nieuwe vormen en oplossingen.” Voor Wouter was het dan ook een verfrissende manier van werken: “Anna nam ons mee in het proces dat voorafgaat aan het direct praktisch denken en invullen van je lessen. Door eerst met de kinderen op het onderwerp te oriënteren en samen te onderzoeken, geef je ze een vollere lading mee. Dat kost extra tijd, maar geeft het ook meer betekenis.”
Aan de slag
Tijdens de eerste atelierdag ging de school met het thema bouwen aan de slag, dat in elke klassenbouw een andere invulling kreeg. Zo stonden bij de kleuters indianen en hun leefomgeving centraal. Niet alleen de bekende tipi kwam aan bod; de kinderen leerden ook over andere indianen en hun behuizing. Vervolgens mochten ze zelf met klei en stokjes een indianenhuis maken, waarin ze rekening hielden met het klimaat en de leefomgeving. In de middenbouw kregen de klassen een rondleiding van een gids door het dorp. Om dit vervolgens te verwerken in eigen gemaakte gebouwen van gescheurde stukjes papier. En in de bovenbouw werden bekende gebouwen nagemaakt van allerlei verschillende van huis meegebrachte materialen.
De kinderen moesten ook even wennen aan het procesmatig werken. Tijdens de oriëntatie waren ze direct laaiend enthousiast. Maar mochten ze echt zelf bepalen hoe ze het gingen doen? “Het gaat erom in het proces te denken en niet het eindresultaat te bepalen voor de kinderen,” legt Anna uit. “Zodat ze er echt hun eigenheid in kwijt kunnen en de klik met hun ik maken. Tegelijkertijd geef je ze wel kaders mee, waar ze zich mee uiteen moeten zetten.” Wouter beaamt dit: “wat ik mooi vind, is dat ze hiermee een andere kant van zichzelf ontdekken en laten zien, eentje die in andere lessen niet zo naar voren komt. Kinderen die minder van de boeken zijn, zijn hierin enorm inventief en in hun element.”
Sweet spot
De training en atelierdagen gaven Wouter nieuwe inzichten en inspiratie. Dat het bij een knutselles niet alleen om het maken van die knutsel gaat, maar ook om welke betekenis je daarin legt, dat duidelijke inkadering nodig is voor een goed verloop van het proces én dat je de kinderen de ruimte biedt er hun eigen draai aan te geven. Hij is enthousiast: “zeker nu we het een tweede keer hebben gedaan, dit keer met het thema kleur, begin ik beter gevoel te krijgen bij wat wel en niet werkt. Ik probeer die sweet spot te vinden tussen welke opdracht je meegeeft en waar je ruimte laat voor hun eigen inbreng.”
Anna merkt dat de leerkrachten ‘aan’ zijn gegaan en ze stappen in hun ontwikkeling maken. “Het heeft hun deskundigheid vergroot. De leerkrachten zijn creatiever geworden en echt uit hun comfortzone gestapt, qua materiaalgebruik bijvoorbeeld.” Het procesgericht werken vraagt niet alleen anders en creatiever te denken, maar ook vertrouwen in het proces en daarbij je eigen ideeën los te laten. “Ik zag ze soms worstelen, dat het eindresultaat anders werd dan ze voor ogen hadden. Ik vind het heel knap en zo’n meerwaarde voor het proces, als het ze dan lukt hun eigen beeld los te laten en de kinderen het vertrouwen te geven dat ze het zelf mogen doen.”
Rijkdom voor het onderwijs
Hoewel het procesmatig werken tijd en een goede voorbereiding vraagt, ziet het team de toegevoegde waarde ervan in. “We zijn nog maar net begonnen en iedereen is gemotiveerd. We willen het graag een plek geven in ons curriculum, maar nemen er ook de tijd voor,” vertelt Erika enthousiast. “Ik merk gewoon dat het luikjes opent. Je ziet het niet direct, maar je voelt het wel al in de school. Het is een waardevol extra stukje bagage dat de leerkrachten meenemen in hun andere lessen.” Anna kan dit beamen: “Het is zo’n rijkdom voor het onderwijs. Zeker als het eenmaal in het systeem van de leraren zit, zullen ze ervaren dat het niet iets is wat ze óók nog moeten doen, maar juist een andere manier is om hun al bestaande lesstof aan te bieden en aan te vullen. Je bedient zo ook kinderen die meer beeldend en handelend zijn ingesteld.”
Volgend schooljaar gaat de school verder met het procesgericht werken en zullen ze met Anna verschillende technieken verkennen. Wouter wil gaan experimenteren met andere kunstvormen. “We denken snel in beelden en werken veelal in het platte vlak. Ik vind het een mooi inzicht dat je in de verwerking ook kan kiezen voor bijvoorbeeld dans, muziek, dichten of spel. Er valt nog genoeg te ontdekken en te doen!”
Tekst: Anne van Lieshout
Fotografie: Lucas Kemper